Constantin Nathanael Johann Wilhelm
Constantin Nathanael Johann Wilhelm was de zoon van Pruisisch officier Carl Heinrich David von Gabain, die door de koning was geadeld en het titulaire predicaat ‘von’ voor zijn geslachtsnaam kreeg. Constantin doorliep de Rektoratsschule in Wesel en trad in 1802 op 16-jarige leeftijd tot het regiment van zijn vader toe. Bij de stad Auerstedt werd Constantin gevangengenomen, maar hij wist te ontsnappen. Hij was een van de elf officieren, die zich vervolgens aansloot bij het vrijheidsleger van majoor von Schill. Hij werd in een straatgevecht in Stralsund met het leger van Napoleon gevangengenomen, en op 16 september 1809 door een militaire rechtbank in Wesel wegens ‘straatroof’ ter dood veroordeeld. Het vonnis werd nog diezelfde dag voltrokken. Constantin en zijn tien kameraden werden buiten de stad Wesel op de Lippewiesse doodgeschoten.
De impuls voor het oprichten van een monument voor de elf Schillse officieren gaf majoor Karl Emil von Webern (1790 – 1878). In 1833 hield hij voor dit doel een collecte binnen het Pruisische leger. Het monument werd volgens de plannen van Karl Friedrich Schinkel door August Kiss van gietijzer gemaakt, naar verluidt van gesmolten Franse kanonnen, en op de plaats van executie, tevens de begraafplaats van de Schillse officieren, op de Lippewiesen neergezet. Het is een eenvoudige, classicistisch, naar antiek voorbeeld ontworpen grafstele. Het monument toont aan de kant van de stad de treurende Borussia en de voortschrijdende godin van de overwinning aan het altaar van het vaderland. Op het met de Pruisische adelaar versierde altaar ligt de beulsbijl, waarboven Victoria een krans houdt en daarmee de martelaarsdood in een overwinning verandert. Daaronder staan de namen van de elf officieren: Leopold Jahn, Daniel Schmidt, Friedrich von Galle, Friedrich von Trachenberg, Adolf von Keller, Friedrich Felgentreu, Constantin von Gabain, de broers Karl und Albert von Wedell, Johann Flemming en Karl von Keffenbrink. Op de andere kant van het monument troont de Pruisische adelaar boven elf sterren en de zinspreuk: ‘Zij stierven als Pruisen en als helden op 16 september 1809’. Een krans van al eerder aangeplante populieren en acacia’s staat rond het monument, die het plantsoen verandert in een gedenkhaag.
Walther Richard Heinrich Waldemar Victor von Gabain
Walther Richard Heinrich Waldemar Victor von Gabain was nog geen 5 maanden oud, toen zijn vader Gustav Adolf Gottlieb Eduard Adelbert von Gabain als ‘Hauptmann’ sneuvelde in de Pruisisch-Oostenrijkse oorlog op 27 juni 1866 te Trautenau (Trutnov, Tsjechië). In 1881 trad hij op 15-jarige leeftijd als kadet in Wahlstadt het leger toe. Hij vervolgde zijn militaire opleiding in Kulm (West-Pruisen). In 1882 ging hij naar de hoofd kadetten opleiding in Berlijn, en werd tweede luitenant in het 8e Oost-Pruisische infanterie regiment nr. 45, gelegerd in Metz. Hij nam op 18 juni 1889 afscheid van het leger en vertrok naar Nederland. Daar werd hij op 21 december 1889 geëngageerd als vrijwillig soldaat bij het K.W.D. voor 6 jaar, op de dag van inscheping met een premie van 200 gulden. Vervolgens werd hij op 4 januari 1890 te Amsterdam geëmbarkeerd aan boord van het stoomschip Prinses Marie. Op 17 februari 1890 werd hij gedebarkeerd te Batavia en daarna geplaatst bij het 2e Departement Bataljon. Op 1 juli 1890 ging hij over naar het 7e Bataljon Infanterie, en op 4 januari 1891 terug naar het 2e Departement Bataljon. Op 2 mei 1891 werd hij bevorderd tot korporaal, waarna hij overging naar het 8e bataljon Infanterie. Op 7 augustus 1892 werd hij bevorderd tot sergeant en ging hij over naar het 5e Bataljon Infanterie. Op 1 oktober 1893 ging hij over naar het 4e Departement Bataljon, en op 9 december 1893 naar het 7e Dep. Bataljon. Op 18 januari 1896 werd hij voor 4 jaar geëngageerd bij de koloniale troepen, zowel binnen als buiten Europa, met een premie van 200 gulden bij het Garnizoens Bataljon van Celebes in Menado en Timor. Hij was sergeant-instructeur gewapende politie te Koepang (Timor), en gegageerd op 6 februari 1902 als hoofdcommies Staatsspoorwegen op Java. Gedurende de jaren ‘30 exploiteerde hij apotheek ‘De Ster’ te Bandung.
Eerste vrouw: inlandse Marie Louise Ngadijem, overleden in 1905. Hun zoon, Hendrik Willem von Gabain, werd geboren te Koepang Timor op 16 oktober 1905 en overleed op 15 december 1905. Tweede vrouw: Anna Maria Louise Ngadijem (de zus van Marie Louise), geboren in 1882 te Doekoesari (Kedoe). Beide waren dochter van Sotroeno en Bok Ragil. Ze trouwden te Bandung op 17 september 1913, en zij overleed op 7 september 1960 te Maastricht. Zij hadden één dochter en twee zonen voor hun huwelijk, en twee zonen na hun huwelijk.
Wilhelmina von Gabain, geboren te Magelang (Kedoe) op 18 maart 1907, onderwijzeres in Nederlands-Indië, overleden te ‘s-Gravenhage op 16 januari 1991. Ongehuwd.
Heinrich von Gabain, geboren te Magelang (Kedoe) op 18 januari 1909, vermeld in 1938 als employé Siemens te Soerabaja, elektrotechnicus te Bandung, in Nederland instrumentmaker, overleden te Amsterdam op 13 maart 1982. Getrouwd te Bandung op 27 november 1940 met Josephine Anthonijs, geboren te Ponorogo (Madioen) op 21 december 1907, overleden te Amsterdam 21 juli 1969, dochter van Anthoni Willem Anthonijs en Josephine Antoinette Feher en weduwe Steiginga. Uit dit huwelijk werd Hildegard von Gabain geboren te Bandung op 2 november 1940, overleden te Amsterdam op 14 april 2015.
Walter von Gabain, geboren te Bandung op 15 januari 1912, tweede commies ministerie van Defensie, overleden te Amsterdam op 26 oktober 1989, getrouwd te Bandung op 16 december 1953 met Catharina Alida ten Boom, geboren te Batavia op 26 april 1919, overleden te Heerlen op 6 oktober 1984, dochter van Johan Christiaan ten Boom en Emelie Louise Bordeaux en weduwe van Sijtje Jeekel. Uit dit huwelijk werden geboren: 1. Elvire Mathilde von Gabain, geboren te Bandung op 31 mei 1946, getrouwd te Voerendaal op 6 december 1968 met A.E. Schüssler. 2. Marie Louise von Gabain, geboren te Bandung op 28 februari 1949. 3. Thea Catharina von Gabain, geboren te Bandung op 7 juni 1950, getrouwd te Landgraaf op 15 januari 1993 met L.M.F. Mulleners. 4. Charlotte Augustine von Gabain, geboren te Voerendaal op 9 september 1955, getrouwd te Zoetermeer op 01 oktober 2001 met W.J.J. Beij.
Arthur von Gabain, geboren te Poerwokerto (Banjoemas) op 15 februari 1917, monteur eerste klas bij het radiolaboratorium van de P.T.T. te Bandung, overleden te Hengelo op 19 januari 2003, getrouwd te Batavia op 28 november 1947 met Elsje Geertruida Jansen, geboren te Batavia op 12 juli 1925, overleden te Hengelo op 9 januari 2017, dochter van Karel Petrus Jansen en Sophia Theodora Pereira. Uit dit huwelijk zijn geboren: 1. Gertrude Madeleine von Gabain, geboren te Bandung op 24 september 1949. 2. Elviere Winia von Gabain, geboren te Bandung op 25 februari 1951. 3. Waldemar Victor von Gabain, geboren te Bandung in 1952, overleden aldaar op 25 november 1953. 4. René Arthur von Gabain, geboren te Hengelo op 9 februari 1958, getrouwd te Hengelo op 12 augustus 1982 met Ida Elizabeth Buiting.
Gustaf von Gabain, geboren te Poerwokerto (Banjoemas) op 15 december 1921, employé Philips te Bandung, overleden te Uden op 16 november 1994, getrouwd te Klimmen op 28 november 1957 met Anna Wilhelmina Elisabeth Weerts, geboren te Klimmen op 26 december 1926, overleden te Uden op 24 januari 1994, dochter van Franciscus Hubertus Josephus Weerts en Helena Franssen. Uit dit huwelijk zijn geboren: 1. George Eduard von Gabain, geboren te Halsteren op 14 april 1959, getrouwd op 19 december 1986 met Conny van der Zanden, die overleed op 8 oktober 2015. 2. Heinrich Waldemar von Gabain, geboren te Halsteren op 5 juni 1960.